Beweegprogramma Artrose

Beweegprogramma Artrose

Wat is artrose?

Artrose is een ziekte van de gewrichten, vaak van de heup, knie, schouder en hand. Bijna een miljoen Nederlanders hebben artrose in deze gewrichten. Helaas is artrose chronisch en progressief.

Chronisch betekent dat het niet meer over gaat. Langzaam progressief betekent dat het langzaam erger wordt. Vaak krijgt u pas klachten als de kwaliteit van het kraakbeen al een tijd achteruit is gegaan.

Artrose tast het kraakbeen aan en ook allerlei andere structuren in en rondom het gewricht, zoals het bot en de spieren.

Wat zijn de klachten?

  • Pijn
  • Stijfheid
  • Spierzwakte
  • Instabiliteit van de knie
  • Krakend geluid bij bewegen
  • Minder beweging van het gewricht mogelijk
  • Ontsteking van het gewricht
  • Een afwijkende stand van uw knie (O- of  X-benen)
  • Moeheid
  • Moeite met activiteiten en met het dagelijkse leven

Hoe gaat het verder met uw klachten?
Bij sommige mensen zullen de pijn en de moeite met activiteiten lange tijd hetzelfde blijven. Er zijn ook mensen waarbij de klachten langzaam erger worden.

Een aantal factoren kunnen uw klachten erger maken, zoals:

  • Een te hoog gewicht;
  • Weinig spierkracht in het bovenbeen;
  • Weinig bewegen, weinig activiteiten doen

Artrose wordt vaak ‘gewrichtsslijtage’ genoemd. Dit is een verkeerde naam, omdat het dan lijkt alsof het gewricht te oud is en alsof er niets meer aan te doen is. Maar er is zeker iets te doen!

Wat kunt u zelf aan doen?

Door goed met uw klachten om te gaan, wordt het niet erger of verbetert het zelfs.
Hoe gaat u goed met uw klachten om? Het volgende is belangrijk:

  • Een goede balans tussen belasting en belastbaarheid
  • Uw belastbaarheid verhogen door meer te bewegen en oefeningen te doen
  • De belasting verlagen
  • Uw gewicht omlaag
  • Medicijnen
  • Oefentherapie

Heeft u het bovenstaande voor langere tijd geprobeerd zonder dat het helpt, en heeft u veel moeite om uw dagelijkse activiteiten te doen? Dan is een operatie een mogelijkheid.

Bij een operatie vervangt de chirurg het gewricht door een prothese. U bespreekt de voordelen en de nadelen van zo’n operatie eerst goed met uw arts. Ook bij een operatie zal een fysiotherapeut of oefentherapeut u begeleiden.

Hoe ziet de behandeling bij de fysiotherapeut of oefentherapeut er uit?

U komt bij de fysiotherapeut of oefentherapeut wanneer u veel last heeft. U komt ook bij een therapeut als u een operatie krijgt. De therapie is op te delen in de Diagnostiek en Behandeling.

Diagnostiek

In deze fase bespreekt u met de therapeut welke hulp u nodig heeft. Het is dan belangrijk dat u de therapeut vertelt wat u verwacht van de behandeling en wat uw wensen zijn. Daarnaast vraagt de therapeut welke klachten u heeft en bespreekt hij met u welke behandelingen er mogelijk zijn.

De therapeut doet diagnostiek met:

  • Een vraaggesprek
  • Een lichamelijk onderzoek
  • Het gebruik van één of meerdere meetinstrumenten

De therapeut neemt de tijd voor deze drie onderdelen van de diagnostiek, zodat hij goed weet wat uw klachten zijn en wat uw hulpvraag is. Hierna beslist hij, samen met u, welke behandeling het beste voor u is.

Behandeling

Er zijn drie soorten behandelingen. De therapeut kiest samen met u voor een behandeling of voor een combinatie van de verschillende behandelingen. Welke behandeling jullie kiezen hangt af van uw persoonlijke situatie.

De mogelijke behandelingen zijn:

  • Voorlichting en advies.
  • Oefentherapie.
  • Andere behandelingen dan oefentherapie.
heupartrose

Wat gebeurt er als uw behandeling stopt?

Heeft u het doel bereikt dat u vooraf samen met de therapeut had? Dan zal de therapeut in overleg met u de behandeling stoppen. Het is echter ook mogelijk dat jullie de behandeling stoppen wanneer de behandeling niet helpt.

De therapeut kan u dan adviseren om naar uw huisarts of specialist terug te gaan om te praten over andere mogelijke behandelingen. U kunt ook meer info vinden op de website van de reuma vereniging.

Tijdens de laatste behandelsessie zal de therapeut de behandeling met u bespreken. Hij zal u vragen wat u van de behandeling vond. Ook geeft hij u adviezen mee voor dingen die u thuis zelf kunt blijven doen.

U kunt ook afspreken dat u nog een keer terugkomt over een tijd. Dan kunt u bespreken hoe het met u gaat zonder de hulp van de therapeut.