De bicepsspier aan de voorzijde van de bovenarm heeft aan de bovenzijde twee aanhechtingspunten. Eén daarvan loopt door het schoudergewricht, de lange kop en kan nog al eens een bron van klachten zijn. De andere korte kop is minder vaak het probleem. Ook kan u klachten krijgen bij de aanhechting in de elleboog.
Er zijn meerdere mogelijke oorzaken:
Soms gebeurt het dat de pees afscheurt. De schouder is meestal gewoon beweegbaar, opvallend kan echter de zwelling zijn, onder in de bovenarm. De bicepsspier lijkt plotseling dikker alsof men aan krachttraining heeft gedaan men noemt dit ook wel een Popeye arm.
In principe behoeft deze aandoening geen behandeling, de korte kop kan 80% van kracht blijven leveren. Vaak is er echter een onderliggende oorzaak voor de peesscheuring zoals een langer bestaande rotator cuff scheur. Wij kunnen met echografie zien of er ook nog andere problemen aanwezig zijn. Zoals een slijmbeursontsteking in de schouder.
Wanneer de lange pees van de bicepsspier scheurt, trekt het spiergedeelte dat aan deze pees vastzit zich door de spierspanning terug. Dit kan leiden tot een bobbel ter plaatste van de biceps die in vakjargon een Popeye-arm wordt genoemd.
Zoals boven beschreven kan een Popeye-arm ontstaan door scheuren van de lange kop van de biceps. Ook bij een operatie wordt deze, in geval van afwijkingen van de pees, soms met opzet losgemaakt (tenolyse). Dit geeft dezelfde verkorting van de biceps als bij een spontane ruptuur.
Omdat de kracht voornamelijk voor rekening komt van de korte kop heeft losmaken of losraken van de lange kop nauwelijks consequenties. Alleen jongere mensen voor wie een optimale kracht noodzakelijk is hebben baat bij operatieve fixatie van de pees (tenodese).
De lange bicepspees hecht aan bij de bovenrand van de kom van de schouder vast aan het labarum. Deze aanhechting kan losscheuren bij letsels of trauma´s waarbij er hard aan de arm getrokken wordt. Dit noemt men een SLAP laesie.
Klassieke voorbeelden zijn een val van de trap waarbij men zich met de hand aan de leuning vast gehouden heeft, of de ruk aan de arm bij het vasthouden van een halster terwijl het paard een forse zwaai met het hoofd maakt. Bij bovenhandse sporters kan een laesie ontstaan ten gevolge van repeterende bewegingen.
De pulley is een structuur die helpt bij de stabiliteit. De bicepspulley is een ligamentair complex in het kapsel dat de pees in de groef of sulcus van de schouderkop stabiliseert.
Het complex bestaat uit het superieure glenohumerale ligament, het coracohumerale ligament en de distale bevestiging van de subscapularispees en bevindt zich binnen het rotatorinterval tussen de voorste rand van de supraspinatuspees en de superieure rand van de subscapularispees.
De belangstelling voor de pulley laesies is de laatste tijd toegenomen als gevolg van de instabiliteit van de biceps. Een beter begrip van de anatomie, functies en vervolgens pathologie van de bicepspulley kan helpen om de patiënten op een effectievere manier te behandelen voor de biceps-pathologie.
Peesontsteking of tendinopathie van de lange kop van de biceps geeft een diepe, scherpe pijn in het voorste gedeelte van de schouder. Meestal is de ontsteking te wijten aan een vroegere overbelasting van de pees door frequent herhaalde bewegingen.
Typische boosdoeners zijn bewegingen uitgevoerd boven het hoofd, tijdens het werken of sporten (bv. zwemmen of werpen). De pijn neemt toe bij beweging. Je hebt pijn bij druk ter hoogte van het voorste schoudergedeelte en pijn bij voornamelijk draaibewegingen.
De pees kan ter hoogte van de aanhechtingsplaats op het spaakbeen ontstoken geraken na herhaaldelijk krachtig draaien van de onderarm met gebogen elleboog. Je krijgt last van een moeilijk te omschrijven pijn in de elleboogplooi en kunt de onderarm minder goed bewegen.
Een plotse, gewelddadige, strekkende kracht op de elleboog (bv. een val proberen te breken met een hand) kan in sommige gevallen de bicepspees die de biceps aan het spaakbeen vasthecht doen (af)scheuren. De elleboog is dan pijnlijk en opvallend gezwollen. Na een paar dagen ontstaat een bloeduitstorting. Je kunt de onderarm minder goed draaien.